Jan Geurtz filosoof of wegwijzer voor een fijner, gelukkiger leven in onze westerse wereld?
Ik wil mezelf wel eens ontmoeten in plaats van mezelf steeds tegen te komen.
Dit is de omdenker van vandaag (ik krijg iedere dag per mail een omdenker) en voor mij toepasselijk als je het hebt over de ideeën in de boeken van Jan Geurtz.
Jan Geurtz ontleent in zijn boeken begrippen uit de boeddhistische filosofie, in die zin zou je hem filosoof kunnen noemen.
Voor mij is hij vooral een wegwijzer. De eerste boeken die ik van hem las, waren "De verslaving voorbij" en "Het einde van de opvoeding". Hiervoor had ik me al jaren verdiept in Oosterse filosofie, waarbij de Chinese Taoistische , boeddhistische en Zen filosofische ideeën me het meest aanspreken. Hierna kwam het gedachtegoed van Krishnamurti, dat ook uitgaat van boeddhistische filosofische begrippen en inzichten. Op grond hiervan kan ik beter omgaan met mijn persoonlijke leven en de boeken van Jan Geurtz helpen hierbij. Hij is veel concreter en praktischer dan K, maar hij heeft het over dezelfde levenshouding, die voor mij de ware is, d.w.z. waar ik gelukkiger door ben, een fijner leven heb.
Alle boeken zijn gebaseerd op een theorie over de ontwikkeling van de identiteit van het kind, die afwijkt van de gangbare theorie. Hij komt met het filosofische begrip paradigma, dat is een specifieke manier van kijken naar de werkelijkheid, vanuit een alom aanvaarde theorie over de werkelijkheid. Dat we onze kinderen moeten opvoeden is zo'n werkelijkheid. Kinderen moeten beter worden. Het opvoeden in die zin leidt volgens hem tot verslavingen in de brede zin van het woord, dus op allerlei terrein. Hij werkt dit verder uit in zijn boeken: "De verslaving voorbij", "Verslaafd aan liefde", "Verslaafd aan denken", en andere. Hij komt met een andere theorie over de ontwikkeling van de identiteit van het kind, waardoor opvoeders met andere ogen naar zichzelf gaan kijken en op grond hiervan zich anders naar kinderen gedragen en anders 'opvoeden'. Dit leidt tot gelukkiger generaties van mensen.
Jan Geurts gaat ervan uit dat de mens een natuurlijke staat van zijn heeft. Hij wordt geboren met een quasi natuurlijk staat van zijn die in de eerste 10 levensjaren afgedekt wordt door een aantal schillen die samen de identiteit van de persoon worden, alles wat hij denkt dat hij is, hoopt dat hij is en vreest dat hij is en gebaseerd is op zelfafwijzing, beperking, beknotting. Vanuit de kinderlijke staat van onbewuste vanzelfsprekende goedheid moeten we eerst in contact komen met deze illusie van ontoereikendheid, waardeloosheid en machteloosheid om tot een bewuste, zich zelf kennende staat van goedheid te kunnen komen, onze natuurlijke staat van zijn.
Door te leren kijken naar de werkelijkheid kun je jezelf bevrijden van je illusoire zelf, omdat je zowel de aversie tegen je negatieve geloof als de gehechtheid aan je bedekkende patronen loslaat. Uiteindelijk zal daardoor de ontkenning van de natuurlijke staat van zijn - je identiteit- oplossen in je natuurlijke staat van zijn. In de laatste bestaat wel (zelf) inzicht en ben je vrij van geremdheid en onmatigheid, vrij van angst en dwang.
Maak je geen voorstelling van je natuurlijke staat. Beoefen aandachtige aanwezigheid, leer goed kijken naar alles wat zich voordoet. Doe niets aan jezelf, dan doet de natuur vanzelf wel wat naturen heel natuurlijk doen, zich manifesteren.
Leer goed kijken, goed kijken is waarnemen zonder te oordelen, zonder vast te zitten aan een theoretisch kader. Maar eigenlijk kijk je altijd al vanuit een theoretisch kader naar de werkelijkheid.Je theoretische kader is namelijk volledig bepaald door de bril van je negatieve geloof en je identiteit. Pas als je beseft datje die bril ophebt, kun je beginnen met het oefenen in kijken naar je ervaring van de werkelijkheid van het hier en nu. Je kunt dit meditatie noemen, maar het is iets wat je altijd kunt doen, als er een gedachte, gevoel bij je opkomt. Je kunt het ook bewust leven noemen.
Ik heb het er hier zo uitgebreid over, omdat het voor mij een heel belangrijk inzicht is, Ik heb een psychisch moeilijk leven gehad en bovenstaande inzichten hebben me heel erg geholpen. Ik herken me heel erg in één van de identiteitsconstructies die Jan Geurtz in zijn boek "Het einde van de opvoeding" noemt, het ontwikkelen van een vorm van passiviteit als gedragspatroon. De nadruk in het westerse christelijke kijken naar de werkelijkheid op groei, vooruitgang, moeten, streven, ontwikkelen, van slecht naar goed, slechte mensen goede mensen past niet bij mij, werkt averechts, ik ga me verzetten, ik word onrustig. Als ik de wereld bekijk met een oosters filosofische blik (vast ook een illusie) heb ik een prettig leven en vind ik rust.
Met termen als het spirituele pad heb ik niets. Mij gaat het om samen leven waarbij ik en anderen zich open en kwetsbaar opstellen, er echte interesse is in elkaar en ieder mag zijn wie hij is. Dit kan alleen als je je zelf kent en van je zelf houdt. Jan Geurtz en anderen wijzen hierbij de weg. Dat dit werkt merk ik iedere dag.
Amarens 30 augustus 2021